Het is moeilijk te verkopen dat je ‘niets’ verkoopt. Toch is dat feitelijk wat ik doe. Ik verkoop geen zonnepanelen, geen warmtepompen en geen energiegebruik. Sterker nog, ik adviseer ook geen zonnepanelen, warmtepompen en energiegebruik. Mijn advies is altijd ‘zo min mogelijk, en nog liever niets’. Anders gezegd: ik verkoop niets anders dan besparingen.

Gebroken kringlopen

Dat klinkt vreemder dan het is, en dat wil ik duidelijk maken aan de hand van het boek Gebroken Kringlopen van Ronald Rovers. Hierin ligt hij overtuigend uit dat de voorraden (grondstoffen) op de aarde eindig zijn. Het is een gesloten kringloop, waar geen grondstoffen bijkomen en er geen vanaf gaan. We kunnen de aarde zien als een eiland in het groot, waarbij we ons moeten aanpassen aan wat het eiland ons biedt. Doen we dat niet, dan putten we het eiland uit. En wij, de mensheid, doen dat op dit moment en putten zo de aarde uit.

Om het tij te keren is het niet genoeg om te recyclen en zonnepanelen te plaatsen. Die laatste kosten namelijk ook nog altijd grondstoffen, die daarmee schaarser worden. Gaan we te lang door met het maken van nieuwe zonnepanelen, warmtepompen en andere producten, dan kunnen we uiteindelijk alleen nog maar recyclen. De ‘niet-hernieuwbare grondstoffen’ zijn dan op, omdat de aarde ze niet tijdig genoeg heeft kunnen hernieuwen. Want ja, zelfs ‘niet-hernieuwbare grondstoffen’ zoals zand en ijzer worden hernieuwd. Dat gebeurt echter op een tijdschaal die wij niet kunnen bevatten, en daarom noemen we ze doorgaans (onterecht) niet-hernieuwbaar.

Radicale veranderingen

Voor iedere grondstof moeten we ons dus aanpassen aan de snelheid (of traagheid) waarmee de aarde deze kan hernieuwen. Daarvoor moeten we overstappen op een manier van leven waarbij we voorraden van grondstoffen herstellen in plaats van verder uitputten. Recyclen in een lager tempo is dus bij lange na nog niet genoeg. Volgens Rovers betekent dit dat we radicale keuzes moeten maken. Zowel hij als ik denken dat dat kan.

Dit schreef ik over 5 radicale stappen tegen klimaatverandering.

Zo spreekt hij over langzamer leven, in een snelheid die het systeem aankan. Dat is lastig in een gehaaste wereld met steeds meer mensen die steeds meer willen (in plaats van minder). Toch noemt Rovers een paar goede voorbeelden. Zo heeft hij het over het omvormen van de industrie (meer handwerk), langer met producten doen, fietsen en zelf de heg knippen. Hij noemt zelfs een basisinkomen in CO2-rechten.

Ook kunnen we slimmer gebruik maken van de wind en de zon als eindeloze bronnen van energie, maar niet in de vorm van windmolens en zonnepanelen. We kunnen in plaats daarvan wel de was buiten hangen in plaats van wasdrogers gebruiken of onze woningen zongericht bouwen.

Goed materiaalgebruik

Maar Rovers spreekt -meer in mijn straatje- ook over goed materiaalgebruik, waarmee hij vooral doelt op het duurzaam gebruik ervan: “het materiaal gebruiken dat het effectiefst en met de laagste milieubelasting aan zijn functie voldoet.” Het gaat daarbij om twee aspecten: de juiste materialen kiezen en de hoeveelheid materialen verminderen.

Het juiste materiaal

Allereerst de keuze voor het juiste materiaal. Daarbij gebruikt Rovers de term ‘vegetarische materialen’, die we in de volksmond ook wel hernieuwbare of biobased materialen noemen. Metalen zijn daarbij volgens Rovers het ‘rood vlees’ van de bouwmaterialen: ze hebben de hoogste impact en moeten vermeden worden.

Die eerste gedachte van Rovers is ook het uitgangspunt van mijn werk. Ik probeer te bouwen zonder ‘rood vlees’ te gebruiken en juist wel gebruik te maken van (hernieuwbare) natuurlijke materialen in plaats van fossiele brandstoffen. Ook maak ik dankbaar gebruik van bijvoorbeeld de zon door zongericht te bouwen.

Zo min mogelijk materiaal

Het tweede uitgangspunt dat Rovers noemde was zo min mogelijk materiaal gebruiken. We zitten namelijk ver boven onze norm voor materiaalgebruik. Als voorbeeld noemt hij de wasdroger. Die wordt steeds zuiniger, maar de productie kost nog altijd veel materiaal en energie, nog los van het feit dat we de was ook gewoon buiten kunnen hangen. De elektrische deurbel is een ander voorbeeld. Ter compensatie van alle elektrische deurbellen in Nederland zijn vijftig windmolens nodig. Dat kan veel simpeler en duurzamer, bijvoorbeeld met een ouderwetse trekbel of een soort van fietsbel.

Bij het bouwen van woningen geldt eigenlijk hetzelfde. Voor mij(n advies) betekent dit uitgangspunt dat ik geen warmtepompen en zonnepanelen adviseer (die kosten immers ook grondstoffen), als we ook de kracht van de zon kunnen gebruiken. Bovendien maak ik ruimtes niet groter dan nodig is, ook niet in mijn eigen nieuwe woning.

Wat ik wel verkoop

Mijn uitgangspunt is dus eigenlijk dat ik zo min mogelijk verkoop, behalve besparingen. Ik probeer ervoor te zorgen dat woningen zodanig worden ingericht, dat we geen warmtepompen en zonnepanelen hóéven te gebruiken. Dat streven is in lijn met de conclusie van Rovers: we kunnen zo circulair mogelijk proberen te leven, maar eigenlijk gaat het om minder produceren én consumeren. Kortom, niet alleen de juiste materialen kiezen om energieverspilling te voorkomen, maar ook het materiaalverbruik verminderen.

Ben jij dus op zoek naar niets, of nog beter: wil je de aarde iets (terug)geven? Neem dan gerust contact met mij op.

Ik verkoop niets
Getagd op: